Whiplash (zweepslag) wordt in één adem genoemd met een auto-ongeval, vooral een kop-staartbotsing (voorste auto) en soms een zijdelingse aanrijding. Bij een whiplash beweegt het hoofd met grote kracht achterover en voorover. Door de bruuske bewegingen krijgen de halsspieren niet de tijd om reflexmatig op te spannen, met een zweepslagbeweging tot gevolg. Bij een whiplash geraken de gewrichtsbanden overstrekt en zijn de spiervezels en zenuwuiteinden kortstondig beschadigd. Ook de nekwervels en tussenwervelschijven kunnen verschuiven.
Wat zijn de symptomen van whiplash?
Om alle symptomen te bundelen gebruikt men vaak de term ‘whiplashsyndroom’. Bij whiplash of zweepslag is er sprake van acute klachten (ontstaan binnen de 24 uren na het ongeval) en chronische klachten.
Acute whiplashklachten verdwijnen in de ruime meerderheid van de gevallen binnen de 4 tot 6 weken. Ze bestaan uit nekpijn, uitstralend naar het achterhoofd, schouders en armen. Er is ook sprake van een stijve nek en hoofdpijn, eventueel gepaard met oorsuizingen, duizeligheid, misselijkheid en andere vermoeidheidsklachten.
Wanneer de klachten verschillende maanden tot 1 jaar duren – onderzoeken hebben aangetoond dat dit in 5 tot 10 % van de gevallen zo is – dan is er sprake van een chronische whiplash. Vaak is er een wervel- of tussenwervelletsel, met concentratiestoornissen als bijkomend symptoom.
Wat doet de osteopaat bij whiplash?
De osteopaat reconstrueert samen met de patiënt het ongeval om de precieze impact van het trauma op het lichaam te analyseren. Die impact situeert zich immers niet alleen in het nekgebied, maar op het hele lichaam. De osteopaat onderzoekt zorgvuldig de bewegingsvrijheid van gewrichten en bindweefsels. Ook de nek- en halsspieren en het schedelgebied worden onderzocht, net als de zone rond de milt, de nieren en het hart.
De osteopaat stelt een behandelplan op. Hij werkt gaandeweg de bewegingsbeperkingen weg. Zo neemt de overgevoeligheid van de nekzone af en verdwijnen bijkomende klachten.